Lijflied week 4 ~ Splash

Modderbad ~

Waar tranen vloeien, wordt bewogenheid wakker. Er komt iets in beweging. Een stroom van gedachten, van verlies of onmacht, of wellicht zij samen. Tranen om stilstand of verloren tijd, om de ziekte, of soms weet je niet waarom. Soms sta je s’ochtends op en weet je, dit wordt hem niet. Soms is bij mij vaak. De afgelopen week zijn er vele zoute druppels vanaf mijn wimpers, naar beneden, in de kom van mijn lege handen gevallen. De terugval houdt zich staande. Toch probeer ik elke keer weer naar buiten te stappen in de hoop op verfrissing. De hoop om te ontvangen, de hoop op blijdschap. Zoals ik zondag toch naar de kerk ging, ondanks dat ik eigenlijk te moe was. Ook daar hoopte ik wat te ontvangen, aan troost of bemoediging. Maar zelfs met dubbele gehoorbescherming moest ik al afhaken bij het eerste lied. Tel daar nog een kort en moeizaam gesprek met een gemeentelid, die maar niet kon (of wilde) begrijpen waarom ik al zolang ziek was, bij op en het was genoeg om de dagen daarna weer in het tranendal van mijn ziekte te belanden. Doodop was ik.

Afhaken bij het eerste lied. Deze gedachte deed me wat, met het oog op het ‘zingen’ van mijn lijflied. Het voelt ergens steeds weer als een klaagzang, over de moeite die ik ga met mijn ziektebeeld. Vandaag stroomde er wederom tranen. Van heimwee naar het eerste lied naar het gevoel van uitputting en tranen om het kwetsbare lijf waar ik me zo af en toe niet meer thuis in voel. Vandaag had ik willen schrijven aan mijn nieuwe boek, maar de chaos in mijn hoofd werd me te veel. Dus braken mijn tranen door en deed ik niets meer dan huilen. Maar in de stilte van het volledige niets, kwam er een moment van overgave. Mijn tranen kregen de vrije loop, ik wilde het niet, maar het moest. Ze kwamen en namen mij mee in een stroom van genade. Het was als aftappen van mijn volle emmer, alle narigheid en gedachten van onmacht stroomden van mij af. Een enkele traan viel op mijn lege papier, daar waar ik had willen schrijven. In mijn verstilling en verslagenheid kwam ik in beweging. De tranen waren passend bij het nieuwe woord van deze week. ‘Splash’, het woord dat ik al een paar dagen had verdrongen, misschien wel evenveel als deze tranen die zich nu toch een weg naar buiten vonden. Het woord waar ik al dagen mee worstel, zoals ook met mijn (nog steeds te schrijven) boek. 

Tijden van verdriet zijn als regenachtige dagen waar geen einde aan komen lijkt. Hun aanblik is somber en grauw, grijs en stilzwijgend gaan ze voorbij. Soms weet ik niet eens waarom ik huil, maar als ik het doe, of als het me overkomt, dan laat ik het stromen. Stromen bij God. Tranen hebben een landschap. Ik weet nog hoe ze, in de tijd dat ik volledig op bed lag, het eerste jaar van mijn ziekte, ze een tekening maakte op mijn kussen. Het zout tekende een landschap op het zijde. En nu, bijna 3 jaar later, huil ik nog steeds (vaak). Mijn tranen zijn even zout als toen, maar ik leer langzaam maar zeker mijn handen te openen om ze te ontvangen. Hoe leger je handen, hoe meer ruimte er is om te ontvangen. Dus luister ik naar mijn tranen en naar dat wat ze me te zeggen hebben. Want ik weet, bij God is het steeds weer de omgekeerde wereld. Zwaartekracht vs de kracht van kwetsbaarheid. Tranen vloeien en vinden hun weg naar beneden en tonen mij de route van nederigheid. Aan mijn venster hangen druppels, een milde regen valt. Het doet mij voorbij mijn tranen naar buiten kijken en ik zie hoe mijn tuin langzaam is veranderd in een modderbad.

De aarde is tot modder gemaakt. Het doet me denken aan dat verhaal in de Bijbel (Johannes 9). Hoe een blinde man bij Jezus komt. Jezus hoort zijn klaagzang aan en vervolgens spuugt Hij op de grond en knielt neer. Van stof van de aarde maakt Hij met spuug modder, en bestrijkt de ogen van de blinde. In de beweging zie ik bewogenheid en vernedering, van beiden kanten. De blinde man krijgt de opdracht zich te wassen in het badhuis, daarna werden zijn ogen geopend. Hij zag voor het eerst de wereld in Gods ogen. 

Het wonder geschiet voor onze ogen. Maar zien wij het nog wel? Nu ik in tranen aan een nieuwe tekening begin, zie ik wazig. Toch gaat er een wereld achter mijn tranen schuil. Huilen voelt kwetsbaar en zwak, en ik ontdek er een vorm van naaktheid en fragiliteit bij mezelf. En dan zie ik het. Mijn lichaam is dan wel ziek, maar het is mijn ziel dat verdriet heeft. Dat is wat er gebeurt als genezing uit blijft. En toch… De genezen man. Ik lees ik Gods Woord opnieuw, op zoek naar troost en bemoediging. En dan zie ik het staan. Toen de blinde nog blind was, nog vóór zijn genezing plaatsvond, was dit wat Jezus zei: ‘…, maar Gods werk moet door hem zichtbaar worden.’ God maakt dingen zichtbaar door een blinde te laten zien maar om de ogen van anderen te openen. De genezing van de blinde was om Zijn koninkrijk zichtbaar te maken. Na de genezing kwam er veel onrust, ongeloof door omstanders en de ziende man werd uiteindelijk weggestuurd. Ze joegen hem weg staat er geschreven. ‘Maar Jezus hoorde dat en zocht hem op.’ De blinde keek Hem in de ogen en zag. 

Levend water zal altijd stromen en de aarde wordt tot modder gemaakt. Misschien is huilen wel nodig om mijn ziel te verfrissen. Spreken mijn tranen de taal van mijn hart. Om ware genezing te vinden, van binnenuit op plekken die ik zelf niet benoemen kan. Alle zegen komt van boven en daalt als milde regen op ons neer.

Mijn verdriet wordt door God gezien. En nu ik naar buiten kijk, kijk ik met andere ogen naar het modderbad dat voor mijn ogen plaatsvindt. Alle potten en schalen die ik, wegens mijn vermoeidheid, heb laten slingeren in mijn tuin, zijn gevuld met hemelwater. De kleine vogels nemen het er van. Badderend, zoeken ze verfrissing. Onbezorgd nemen ze een bad. Een reiniging vindt plaats. De merel trekt moeiteloos de ene na de andere worm uit de modderig geworden grond, niet bang voor vieze voeten. Dit is de vruchtbare bodem, die ik heb bereikt. 

Ik dankbaarheid maak ik de tekening over mijn zielsverdriet. Tranen spoelen het geïrriteerde oog schoon. Zorgen voor ontlading, maar houden het oog gezond en vochtig. Emotie komt diep van binnen. Nu mijn tekening klaar is is het alsof ik mijn tranen opgevangen zijn. Wie in tranen zaait, zal oogsten met gejuich, zegt psalm 126. Mijn tranen werden een voedingsbron voor dit schrijven. Tranen hebben een landschap. In psalm 56:9 staat: ‘Mijn omzwervingen hebt u opgetekend, vang mijn tranen op in uw kruik. Staat niet alles in uw boek?’ Woorden van troost in een boek. Fotograaf Rose-Lynn Fisher fotografeerde tranen door een microscoop, over een wonderlijke wereld gesproken. Bij elke emotie, bij elke reden van tranen, is er een andere wereld zichtbaar. Ze maakte een boek, geboren uit een periode van rouw, the Topography of Tears. Zo hoop ik ook dat uit mijn zielsverdriet er een lofzang zal klinken. Voor even laat ik mij afleiden en kijk op de socials, en mijn oog valt op twee dichtregels:
De tranen die het meest helen, zijn de tranen die we durven delen. ~PuurEline


Mijn lege handen zijn als aarden schalen, mijn tranen vang ik er in op. Zodat vogels er in kunnen badderen en waar zij op hun beurt mij hun onbezorgdheid laten zien. In de stilte van dit moment, rusten mussen op mijn schouders. Mijn last is Licht. Op het wateroppervlak drijven beeldschone lelies. Als ik alles betrekt tot het heden, gaan mijn ogen open, nog vóór het wonder geschiet. Het is als zichtbare voetstappen in de morgendauw. Ik zie hen die mij voorgingen. 

“Toen de Heer haar zag, werd hij door medelijden bewogen 
en zei tegen haar: ‘Weeklaag niet meer.’ ~ Lucas 7:13

De zegen is dichterbij dan ik denk. Tranen stromen opnieuw, ik laat ze de vrije loop. Van verdriet lopen ze moeiteloos over naar tranen van dankbaarheid. Vreugde krijgt een plaats. Mijn klaagzang zal een loflied worden, ook als lichamelijke genezing nog moet geschieden of uitblijven zal. Misschien is dát wel het eerste lied dat mag klinken. Mijn lijflied leidt (of lijdt) tot bewogenheid. Met blote voeten in het vochtige gras loop ik in vertrouwen door de modder, de morgen tegemoet. En dan hoor ik haar zingen, over de lelies en de mussen… wat zou ik mij nog zorgen maken? Zoek mij op, en leer mij kijken door Uw ogen. 

Lijflied van deze week:
Lillies and sparrows

Look at the birds, they never sow or reap
Look at the flowers, they never toil or spin
Don’t you know that your father in heaven
Knows just what you’re needing?


Seek him first and everything else
That you need will be given
Don’t you see, He loves you much more
Than the lilies and sparrows
Come and rest, don’t waste today
Being scared of tomorrow


© Song and lyrics by Jess Ray

Luister dit lied op Spotify

De twee illustraties over de genezing van de blinde komen uit de HSV Kinderbijbel

Voor een bemoedigend woord over dit Bijbelgedeelte verwijs ik je graag naar een preek van Oscar Lohuis:
Preek: Wat geeft ons troost, hoop en bemoediging in ons lijden?

1 gedachte over “Lijflied week 4 ~ Splash”

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Winkelwagen

Deze website gebruikt koekjes. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.