Kattekop ~
Ik hang wat in de stoel voor het raam. Buiten scharrelt een merel tussen de bladeren en kwetteren de koolmezen tegen de kleine roodborst die ook even komt kijken. De sneeuwklokjes laten hun kopjes hangen. Ik heb geen goede week. Een uitstapje van afgelopen zaterdag heeft er behoorlijk ingehakt. Tel daar nog een (mislukte) poging tot fietsen bij op en ben ik alweer bijna een week aangewezen van de stoel tot aan mijn bed. Ik neem mijn verplichte rust. Nou ja, ik probeer het. Mijn lijf kan weinig maar mijn hoofd draait overuren. Zo nu en dan gaat de harde schijf in mijn bovenkamer op tilt. Kopzorgen zijn extra vervelend als je ziek bent. Het werkt verzwarend bij alles dat al reeds de wedstrijd met de zwaartekracht verloren heeft.
Mijn computer is stuk. Nou weet ik, er zijn echt ergere dingen. Maar als je een belangrijk gereedschap voor je werk mist, dan voel je dat en raak je onthand. Ook al kan ik nog nagenoeg niet echt werken, toch vergroot mijn computer mijn kleine wereld. Het kleine beetje werk dat ik kan doen, daar geniet ik van. Ik ben blij met de boekbestellingen die binnenkomen en ik vind het fijn om deze mooi te verpakken. Ook schrijf ik aan mijn eigen nieuwe boek over deze tijd van ziekte en probeer ik het illustreren voor opdrachten van anderen weer rustig wat op te pakken. Het kleine beetje werk wat ik wel kan doen gaat toch grotendeels via die glanzende zilverkleurige appel. Alles gaat maar mondjes maat maar blijkbaar heb ik de afgelopen jaren toch te veel van mijn apple gevraagd. Het apparaat hield er van de week mee op en sloot voor mij de poort naar de werkende samenleving. Het is een wat ouder bakbeest, van dik 7 jaar. Maar als je al 3 jaar nauwelijks inkomsten heb vanwege aanhoudende ziekte, is een nieuwe computer niet iets wat mijn bedrijf 1,2,3 kan ophoesten. Dit was een zorg die ik er even niet bij kon hebben…
‘Kijk eens naar de vogels in de lucht:
ze zaaien niet en oogsten niet en vullen geen voorraadschuren,
het is jullie hemelse Vader die ze voedt. Zijn jullie niet meer waard dan zij?
Wie van jullie kan door zich zorgen te maken ook maar één el aan zijn levensduur toevoegen?’
~ Matteüs 6:26-27 ~
Daar zat ik, mijmerend voor het raam om te proberen mijn gedachte tot rust te brengen. De echo van Matteüs 6 gaat door mijn gedachte, de melodie van het bijbelhoofdstuk waar ik mijn nieuwe boek op schrijf. Jezus zei, “Kijk eens naar de vogels…” Zijn duidelijke boodschap om je niet druk te maken over wat je eet en de spullen die je hebt, is weer even raak als confronterend. Nog steeds moet ik dat leren.
Misschien is het ook wel de strijd van het vasten, niet alleen het afkicken van de koffie die mij een barstende hoofdpijn heeft bezorgd maar ook de geestelijke strijd die het met zich meebrengt. De vele stemmen in mijn gedachten die mij steeds weer in de zelfde valkuilen doen struikenen: stress, angst en het lastig (blijven) vinden om hulp te vragen. Dus liet ik me zwaarmoedig wat dieper in mijn stoel zakken en keek nog maar even goed naar de vogels.
Maar dan opeens schiet er een kat van een van de buren langs het raam en zorgt voor de nodige oproer bij de vogels. Grrr, denk ik en onze Jesse ziet het en stuift naar het raam. Hij weet dat hij de kat moet wegjagen om de vogels te redden. Katten van anderen, als ik ergens op visite ben, vind ik het leuk om ze te zien. Maar in mijn tuin moet ik ze niet hebben. De kleinste blijft heen en weer springen met wilde gebaren, terwijl de kat allang gevlogen is. De drukte die hij maakt, maakt me nog meer overprikkeld dan ik al ben. Dit is me overduidelijk te duidelijk veel te veel. Dus snauw ik naar mijn zoontje en meteen heb ik spijt.
Mijn harde schijf draait overuren. Prikkels, zorgen, bewegingen en geluiden. De vermoeidheid van het lijf, het al jaren durende gevoel van zware griep, de hersenmist zijn geen goede combinatie met kleine en/of grote zorgen. De overprikkeling en de veelheid daarvan, maken van mij soms echt een ware kattenkop naar de mensen om mij heen. ~ Sorry lieverds! ~ Deze week is alles even te veel. Gisteren verloor ik mezelf bijna in een paniekaanval. Ik zag mezelf haast in tweeën breken maar bleef als een kip zonder kop heen en weer naar mijn stilstaande computer lopen. Ik was stik chagrijnig en werd met het uur zieker.
Stress en angst zijn als de vreemde katten in mijn tuin. Ze graven mijn keurig aangeharkte perken overhoop om er hun behoefte te doen en laten daar voor mij een nare boodschap achter. Ze jagen er op de vogels die ik zo lief heb en maken het zo tot een onveilige plek. Ook zetten hun indringende geur af tegen mijn tuingereedschap wat het werk in mijn tuin mij doet mopperen.
Soms loopt die stress door het niet logisch meer kunnen denken zo hoog op dat ik een stukje realiteit kwijt raak. Wat er dan van mijn gedachten overblijft is een warrige knoop van kluwen wol, alsof er een kat mee heeft gespeeld. Meestal weet ik me wel raad met naald en draad, maar door de hersenmist van het ziek zijn, kan ik vaak niet meer logisch nadenken. Daarnaast zijn bij vlagen mijn emoties sterk ontregeld. Dus in een week waar ik echt al een heftige terugslag ervaar, was de totale verwarring nu zeer aanwezig.
‘Geukkig’ is er dan altijd weer het moment van overgave… Er is altijd een keuze moment, of het je nou overvalt of niet. Hier heb ik geen grip meer op, ik móet om hulp vragen. Waarom blijft dit toch zo moeilijk? Misschien omdat ik graag zelf de touwtjes in handen heb, misschien omdat ik in het verleden te maken heb gehad met wat ‘trust issues’. Vertrouwen. Het vraagt van tijd tot tijd het uiterste van mij. Maar nu moest ik er aan geloven. Ik wil vertrouwen dat God zal voorzien. In dat wat ik nodig heb, bovenal in rust en vrede. Want de stress van afgelopen week, heeft me weer een paar stappen terug gezet in mijn herstel.
Vandaag hebben mijn lief en ik mijn computer weggebracht naar een expert. Ik moest me er aan overgeven, aan de hulp van buiten af. Vertrouwen. Nu ik het eenmaal losgelaten heb, ik in de overgave ben beland, mijn tafel een lege plek vertoond, komt er ruimte. Ruimte voor overweging, voor rust, ruimte om het stof tussen mijn snoeren weg te vegen en me even op iets anders te richten. De lieve helpende en troostrijke woorden van mijn papa hielpen ook mijn hoofd boven water te houden. En nu ik niet meer met mijn computer kon stoeien, werd ik teruggeroepen tot pen en papier. Zo werd al mijn frustratie, stress en angst van afgelopen dagen inspiratie voor dit blog en een tekening voor mijn nieuwe lijflied, passend bij het #inktober woord van deze week; CAT.
Na het tekenen en wat schrijven, loop ik richting school om de kinderen op te halen. Gelukkig lukt me dat vandaag nog wel. De kleinste mag mee naar een feestje en ik loop met dochterlief langs de sloot richting huis. Daar horen wij het lied, het lied van een grote zwerm mussen, verstopt in de heg. Een enkele laat zich zien, maar achter de groene bladeren klinkt een waar orkest. We genieten en staan een tijd stil te luisteren, mijn dochter en ik. Een kleine mus gaat zitten in de wirwar van takken. Daar tussen de stekelige rommelige omgeving zingt hij een lied. Daar zat hij, veilig, geen kat kan er bij. Het raakte me, een mus die voor mij zijn lijflied zong, wat een groot en kostbaar geschenk.
Ik geloof in de voorzienigheid van God. Hij die geen mus dood uit de boom laat vallen als Hij dat niet wil, Hij die zegt dat ik mij geen zorgen hoef te maken. Verzamel schatten in de hemel, niet op aarde. Ik vertrouw erop dat ik het gereedschap krijg wat ik nodig heb. Inmiddels weet ik dat ik een nieuwe computer ‘nodig’ ga hebben. Voor nu voldoet mijn kleine laptop het nog om dit blog te schrijven. Morgen zie ik wel weer verder. Maar nu weet ik weer even echt wat ik nodig heb, de ware rust voor mijn herstel. Mijn eigen harde schijf is onvervangbaar, mijn batterij, weet ik, lastig op te laden. Maar wonderlijk ben ik geschapen, geef geen ruimte aan stress en angst. Blaas weg dat stof, luister naar het lijflied van de mussen. Maak je geen zorgen over morgen, maar laat het lied van vertrouwen klinken. In Uw liefde ligt mijn ware genezing.
Vertrouwen
‘Zoek liever eerst het koninkrijk van God
en zijn gerechtigheid, dan zullen al die
andere dingen je erbij gegeven worden.
Maak je dus geen zorgen
voor de dag van morgen,
want de dag van morgen
zorgt wel voor zichzelf.
Elke dag heeft genoeg
aan zijn eigen last. ’
~ Matteüs 6:33-34 ~
Het lijflied wat ik deze week met je wil delen,
is het lied van de mus:
Mijn lijflied is een serie tekeningen en gedachten voor een vrij en eigen project, geïnspireerd door #inktober52. Elke week van 2024 een nieuw woord ter inspiratie om eigen woorden en lijnen te geven aan het ‘lijflied‘ dat tijdens mijn langdurige ziekteproces gezongen wil worden. Dit is de gedachte bij het woord van week 7.